Onopgeloste moord
Op 20 oktober wordt aan de Luikersteenweg kruidenierster Neske Boedry (61) in haar slaapkamer gewurgd met een zwarte bustehouder.
Sinds de dood van haar man in 1963, (Henri Vandeweyer was chauffeur van notaris Delvigne), woonde Agnes alleen. Haar winkeltje bleef altijd laat open. Emiel Somers (Garage Opel) is haar laatste klant: Om 20 u komt hij langs voor een pakje sigaretten. Zijn twee zonen wachten terwijl in de auto. Neske zit in de keuken tv te kijken. Bij zijn vertrek trekt Somers de buitendeur achter zich dicht. Om 22u15 komt nog een andere gebuur langs voor een boodschap: Renson gaat binnen, maar zijn geroep blijft onbeantwoord en hij vertrekt. De tv speelt nog in de keuken.
Neske wordt de volgende ochtend door Eugeen Arckens (Albertwal) gevonden. De vaste klant komt rond 07u langs om sigaretten. Het licht brandt in de keuken en ook boven aan de trap. Arckens trekt naar boven en ontdekt Neske dood naast haar bed. De moordenaar heeft een poot van het bed op haar keel geplaatst. Neske heeft zich hevig verzet. Arckens trekt naar café SOS waar Edward Box de hulpdiensten waarschuwt. Het parket ontdekt 1.000 Fr. In de voorschootzak van Neske. In de winkel worden drie brieventassen gevonden met in totaal 30.000 Fr. De moordenaar is dus zonder buit gevlucht.
Eerst wordt een man uit de omgeving opgepakt, maar hij heeft een alibi. De volgende dag wordt een man uit Vliermaal opgespoord. Hij werd de dag na de moord in Hasselt opgemerkt met schrammen in het aangezicht. Ook hij blijkt niks met de moord te maken hebben.
In augustus 1971 zoekt de BOB een Duitse brandkastkraker die bij Konings een inbraak pleegde samen met drie Tongenaren, maar ook dat blijkt een dood spoor.