1979 is een heel woelig jaar voor de lokale politiek. De stad leeft al maanden in een politieke impasse. Sinds de verkiezing van 10 oktober 1976 heeft de CVP de volstrekte meerderheid, maar het botert niet binnen het schepencollege: Nestor Vandersmissen werd verkozen tot OCMW-raadslid ondanks het veto van zijn eigen partij. Schepen Richard Moesen vaart zijn eigen koers. Hij eist een huishoudelijk reglement met een duidelijke afbakening van de schepenfuncties en trekt naar het Hoog Comité van Toezicht voor de werken aan de Astridlaan. Zijn bevoegdheden worden hem afgenomen. Schepen Josée Schoefs hangt in het weekblad ‘Koerier’ de vuile was buiten. Enkele schepenen eisen het ontslag van burgemeester Rutten. In december 1978 werden er drie gemeenteraden in één week gehouden, maar het is wachten tot eind maart op de eerste gemeenteraad van het jaar. In juni gaat de PVV akkoord om in de coalitie te stappen in ruil voor twee schepenambten. In oktober houdt minister Fred Bertrand consultatie bij het schepencollege: het wordt een coalitie met de PVV of anders komt er een regeringscommissaris naar Tongeren. Minister Leo Tindemans geeft het schepencollege één week bedenktijd om twee schepenzitjes af te staan. Eind oktober pakt de BSP uit met een open brief aan het gemeentebestuur. De socialisten willen bemiddelen. Eind november beslist een begeleidingscomité van de CVP met 14 stemmen tegen 13 om onderhandelingen aan te knopen met de BSP over een nieuw bestuursakkoord.