De schat met gouden munten uit de tijd van Ambiorix is één van de topensembles van het Gallo-Romeins Museum. Een deel van de munten verwierf het museum eerder al. De stad Tongeren beslist aanstaande maandag over de aankoop van de resterende munten. Zo krijgt het museum naar alle waarschijnlijkheid het volledige ensemble in zijn bezit.
De ‘goudschat van Ambiorix’ bestaat uit 158 gouden munten uit de tijd van de Eburonen (1ste eeuw v.Chr.). In 1997 en de daaropvolgende jaren trof de heer Raf Jansen de munten aan in zijn boomgaard in Vechmaal (Heers). In 2001 kocht de provincie Limburg – de toenmalige beheerder van het museum – 93 munten. De overige 8 munten bleven in bezit van de heer Jansen.
Sinds 2018 valt het museum onder de verantwoordelijkheid van de stad Tongeren. Het stadsbestuur knoopte onderhandelingen aan met de eigenaar voor de aankoop van de resterende 65 munten. Die had het museum sinds 2009 in bruikleen.
De historische waarde van de gouden munten kan nauwelijks worden overschat. De muntschat is de enige archeologische vondst die rechtstreeks in verband kan worden gebracht met de opstand van Eburonenleider Ambiorix tegen Caesar in 54/53 v.Chr. De Eburonen lieten toen duizenden gouden munten slaan om hun troepen en bondgenoten te betalen. Naast munten van de Eburonen bevat de schat ook staters van andere Keltische groepen zoals de Trevieren en de Nerviërs.
Voor de erfgoedwaarde is het belangrijk dat het ensemble in zijn totaliteit bewaard blijft. Door de aankoop van de munten is dit nu gegarandeerd. De stad Tongeren investeert 140 000 euro.
Burgemeester van Tongeren, Patrick Dewael: “Het Gallo-Romeins Museum is het grootste archeologisch museum in Vlaanderen. We bouwen het verder uit. Hierbij hoort ook de versterking van zijn collectie, want dat is en blijft toch de kern van elk museum.”
Schepen van Cultuur, An Christiaens: “De verovering van onze regio door de Romeinen is een scharnierperiode in onze geschiedenis. Ik ben blij dat het Gallo-Romeins Museum dit verhaal aan de hand van deze topstukken ook in de toekomst kan blijven vertellen.”