De rechtbank heeft beslist dat de uitbaters van 'Ooit Tongeren' (Plinius Vastgoed) de ontvangen overheidssteun niet moeten terugstorten omdat de zaak intussen verjaard is. Ze kregen indertijd 1,5 miljoen euro.
Ooit Tongeren opende op 15 juni 2007 de deuren, maar amper 73 dagen later gingen de uitbaters failliet.
In 2013 eiste de rechter tegen de voormalige uitbaters, Marc Taminiau, zijn vrouw Marjan en hun zoon Tobias 5 jaar gevangenisstraf in de fraudezaak rond Land van Ooit Tongeren.
Uiteindelijk werden ze veroordeeld tot 3 jaar voorwaardelijke celstraf wegens valsheid in geschrifte.Verder kreeg de familie een boete en een beroepsverbod. De drie moesten zo'n 2 miljoen euro aan schadevergoeding betalen.
Taminiau zou vlak voor het faillissement 1,2 miljoen euro aan exploitatie- en subsidiegelden hebben overgeheveld naar zijn eigen vennootschappen in Nederland. Volgens hem was het fiasco van Ooit Tongeren niet te wijten aan een falende exploitatie, maar aan de mentaliteit van de Tongenaren.
Al voor de opening klaagde Taminiau over de slechte oplevering van het park. Er zou van alles mankeren aan de drainage, de theaters en de infrastructuur.
De Vlaamse overheid investeerde indertijd veel geld in het attractiepark. Ze bracht 16 miljoen aan kapitaal in via de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM). Toerisme Vlaanderen en het Autonoom Gemeentebedrijf Tongeren stelden de gronden ter beschikking. De regering betaalde ook voor parkings, riolering en wegen en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling bracht nog eens 1,5 miljoen euro in.