Algemene vuistregel: we tellen het aantal ‘voertuigen’. Een bakfiets met een ouder en twee kinderen tellen we als één voertuig (fiets).
Uitzondering: een ouder met een kinderwagen (met kind) tellen we als 2 voetgangers.
10 tips om goed en veilig te tellen
Een goede en veilige meetlocatie
Tel op een plaats waar het verkeer trager is (maar niet op een kruispunt of rotonde).
Vermijd bus- en tramhaltes, want de in- en uitstapbewegingen kunnen de telling vertekenen. Dat geldt ook voor grote parkings.
Tel je in een drukke straat (bv. 2 rijvakken per richting)? Doe dat dan per twee: jij één richting en een tweede straatvink de andere richting (zie ook Vragen).
Een comfortabele meetplek
Zoek een comfortabele plaats, liefst met rugsteun.
Als je staat, heb je een goed overzicht.
Telefoneer niet tijdens het tellen.
Hou gesprekken met nieuwsgierige voorbijgangers kort: ‘Wij meten het verkeer. Kijk op www.straatvinken.be voor meer uitleg en de resultaten.’
Kwaliteitsvol tellen
Een tandem, tractor, kinderwagen of hoverboard? Hieronder vind je een overzicht om die juist in te delen.
Tel alles wat bij jou passeert (een doorsnede van de straat).
Tel eerst de snellere weggebruikers, dan de tragere.