Van 21 oktober 2023 t.e.m. 1 september 2024 presenteerde het Gallo-Romeins Museum de expositie ‘De oudheid in kleur’. 62.257 mensen kwamen ervoor naar Tongeren. Voor velen was de tentoonstelling een echte revelatie. Aan de hand van tientallen reconstructies ontdekten ze dat de witbeige marmeren beelden uit de oudheid ooit bontgekleurd waren.
Het Gallo-Romeins Museum staat bekend om zijn tijdelijke tentoonstellingen voor een groot publiek. Het museum zoekt steevast naar verrassende thema’s voor zijn exposities. Dat was ook nu het geval. Voor veel mensen was het een complete verrassing dat de standbeelden uit de tijd van de Grieken en Romeinen niet ‘marmerwit’ werden gelaten maar steevast kleurrijk beschilderd werden.
De tentoonstelling bereikte mensen uit Vlaanderen (80 %), Brussel (3%) en Wallonië (7 %). Er kwamen ook heel wat bezoekers uit Nederland (8 %). Het overgrote deel waren individuele bezoekers (80%) waaronder veel families met kinderen. Die werden vooral aangetrokken door de in de expositie geïntegreerde workshop. Meer dan 5.800 kinderen maakten een kleurrijk ontwerp op een marmeren tegeltje. Ook verenigingen (6 %) en scholen (14 %) vonden hun weg naar Tongeren.
De komende tijd focust het Gallo-Romeins Museum vooral op het in de kijker zetten van zijn permanente tentoonstelling ‘Van neanderthaler tot Gallo-Romein’. Het zal geregeld activiteiten organiseren om de opstelling extra aantrekkelijk te maken. Het museumteam werkt tegelijkertijd aan de voorbereiding van een volledig nieuwe permanente expositie. Alvorens die geïnstalleerd en geopend kan worden, zijn er in 2026 en/of in 2027 nog verbouwingen gepland, o.a. om het binnenklimaat te verbeteren.
Schepen van Cultuur An Christiaens: “De tijdelijke expo ‘De oudheid in kleur’ was een sterke tentoonstelling, zowel op het vlak van sfeer, beleving als inhoud. En dat voor jong en oud. Zulke exposities zijn een handelsmerk geworden van het museum. Die lijn trekken we door in de toekomst.”
Burgemeester Patrick Dewael: “We blijven investeren in het Gallo-Romeins Museum. In 2025 ontwikkelen we de plannen voor aanpassingen aan de infrastructuur. Ook treffen we achter de schermen voorbereidingen voor een nieuwe permanente opstelling van de eigen collectie.”